AUDIOMAQUETTE

De Audiomaquette van de Tweede Kamer 

Foto_boven

Foto: Saynzo Osinga – NOV’82 Architecten

Stichting Geluid in Zicht heeft voor de Tweede Kamer de eerste audiomaquette gerealiseerd.

“Bij een rondleiding door de Tweede Kamer vind ik het leuk om van te voren al te weten over de zuilen, over de trap, het scheve stuk. Dan heb je veel minder achterstand met een ziende en dat is juist leuk.” zegt Petra de Jong, 37 jaar en blind.

Waarom werd de Tweede Kamer uitgekozen om aldaar de eerste audiomaquette te plaatsen?
Uit gesprekken met mensen met een visuele beperking komt naar voren dat er een grote wens bestaat om te weten hoe het gebouw in elkaar steekt en in het bijzonder hoe de grote vergaderzaal functioneert. Waar zitten de diverse parlementsleden naar politieke kleur gerangschikt, waar zitten de ministers en staatssecretarissen en hoe kom je op de publieke tribune?

In de Statenpassage van de Tweede Kamer treft u vlakbij de bezoekersingang de audiomaquette aan. Deze maquette is om aan te raken. Het model is in een schaal van 1:50 gerealiseerd. De audiomaquette heeft een oppervlakte van 1.12m bij 1.39m. Hierdoor kan de bezoeker, zonder zich te verplaatsen een groot deel van de maquette verkennen. Dankzij de hoogte van 69cm, is deze maquette ook toegankelijk voor kinderen en mensen in een rolstoel.

Kleurcontrasten
De blinde verkent de maquette met zijn handen. De slechtziende daarentegen gebruikt naast zijn handen, zijn restvisus. Er is een keuze gemaakt uit voornamelijk tinten tussen zwart en wit. Door de vloer van de Plenaire Zaal een andere grijstint te geven dan het meubilair, kan de slechtziende dit beter waarnemen. Er is ook een makkelijk onderscheid te maken tussen de buiten- en de binnenruimte.

Materiaalervaring
De bezoeker verkent met zijn handen de Tweede Kamer. Hij voelt de koude steen van de vloer in de Statenpassage, de warmte van het tapijt in de Plenaire Zaal, het koude staal van de roltrap en het hout van het meubilair. Juist door deze verschillen in warmte-ervaring kan men zich gemakkelijker een beeld van het gebouw vormen.

De geluidslagen
Zodra u de maquette nadert hoort u uit een luidspreker een stem die u de weg naar de audiomaquette wijst. Drie bezoekers kunnen tegelijkertijd de audiomaquette met de handen verkennen en door een koptelefoon naar een geluid luisteren. U luistert naar drie geluidslagen. Laag 1, dat is de gidsstem, die u de weg wijst, in combinatie met het omgevingsgeluid. Laag 2, dat is Pi de Bruijn, de architect van het gebouw, hij vertelt u hoe zijn ontwerp van dit gebouw tot stand kwam. Laag 3 is exclusief voor jongeren bedoelt, Vincent Bijlo neemt hen mee op zijn reis door het gebouw.

Door een druk op de knop bij de koptelefoon bent u degene die de gewenste geluidslaag kiest. Dit maakt deze audiomaquette tot een spannend interactief spel.

Wanneer hoort u de geluiden?
Tijdens het verkennen ontdekt u 45 schaalfiguren, deze poppetjes wijzen met de neus een bepaalde kant op, om de oriëntatie in de ruimte te vergemakkelijken. De gidsstem vertelt u nu bijvoorbeeld: “U staat voor een roltrap van het type dat ook in een metrostation of warenhuis wordt gebruikt. Tot voor kort gold deze met ruim dertig meter als de langste van Europa. Rechts is de lift. Aan u de keus of u verticaal of diagonaal omhoog wilt.

Drukt u opnieuw op de knop, dan luistert u naar het verhaal van Pi de Bruijn, de architect:

“Als architect kreeg ik ook de opdracht van het interieur van het gebouw. Eén van de moeilijkste en interessantste onderdelen was natuurlijk de inrichting van de zittingszaal. Ik heb de zaal zo intiem mogelijk willen maken. Dat betekende de afstand tussen de rijen zo kort mogelijk. Niets is vervelender dan een hele grote zaal die overwegend leeg is. En het zou ook niet te veel op een collegezaal moeten lijken. Om die reden en om het bekende beeld Kamerzetel in beeld te brengen heb ik speciaal veel aandacht geschonken aan het ontwerpen van de zetel. De vorm heb ik een bijzonderheid geïntroduceerd, dat is die gekartelde rugleuning die een klein beetje in de verte aan een bloem doet denken, aan een tulp. En ook daar proef je weer de metafoor van het Nederlandse.”